gewijd

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·wijd
Woordherkomst en -opbouw
  • vervoeging van wijden: de stam met omvoegsel ge- -d, zonder -d omdat de stam al op -d eindigt
stellend
onverbogen gewijd
verbogen gewijde
partitief gewijds

Bijvoeglijk naamwoord

gewijd

  1. gezegend, geheiligd, waarover de zegen is uitgesproken
    • Vroeger mochten ongedoopte kinderen niet in gewijde grond worden begraven. 
Antoniemen

Werkwoord

vervoeging van: wijden…
verbogen vorm: gewijde

gewijd

  1. voltooid deelwoord van wijden

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be