Naar inhoud springen

genoeglijkers

Uit WikiWoordenboek
Versie door Marcel coenders (overleg | bijdragen) op 25 okt 2016 om 02:52 (Nieuwe pagina aangemaakt met '{{=nld=}} {{-pron-}} *{{sound}}: {{audio|nl-{{pn}}.ogg|{{pn}}|nld}} {{-syll-}} *ge·noeg·lij·kers {{-adjc-|0}} {{nl-adjc-form|genoeglijk|part|com}} {{bijv-1|Dat i...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·noeg·lij·kers

Bijvoeglijk naamwoord

genoeglijkers

  1. partitief van de vergrotende trap van genoeglijk
    • Dat is iets genoeglijkers... 
Overgenomen van "https://nl.wiktionary.org/w/index.php?title=genoeglijkers&oldid=2966336"