genies
Uiterlijk
- ge·nies
- naamwoord van handeling, afgeleid uit niezen met het voorvoegsel ge-
het genies o
- telkens met kracht lucht opeens door de neus laten ontsnappen als reflex op een verstopping
- En werkelijk, er werd daar een verschrikkelijk lawaai gemaakt - een onophoudelijk gehuil en genies en zo nu en dan een geweldig gekletter alsof een schotel of een ketel in stukken viel. [1]
- Het woord 'genies' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- ↑ Carroll, L; vert. Alfred KossmannDe avonturen van Alice 3e druk (1948) Ad Donker, Rotterdam; p. 62; geraadpleegd 2015-02-08