gelouterd
Uiterlijk
- ge·lou·terd
vervoeging van: | louteren… |
verbogen vorm: | gelouterde |
gelouterd
- voltooid deelwoord van louteren
- ▸ Hijzelf en vooral Oscar waren evenwel gelouterd als het ging om het hebben van winkeleigenaars als huurders.[1]
- Het woord gelouterd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“Tussen rood en zwart” (2014), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044625691