gejuxtaponeerd
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·jux·ta·po·neerd
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van juxtaponeren: de stam met omvoegsel ge- -d
Werkwoord
vervoeging van: | juxtaponeren… |
verbogen vorm: | gejuxtaponeerde |
gejuxtaponeerd
- voltooid deelwoord van juxtaponeren