gefluctueerd
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ge·fluc·tu·eerd
Woordherkomst en -opbouw
- vervoeging van fluctueren: de stam met omvoegsel ge- -d
Werkwoord
vervoeging van: | fluctueren… |
geen verbogen vorm |
gefluctueerd
- voltooid deelwoord van fluctueren