Naar inhoud springen

gaf

Uit WikiWoordenboek
  • gaf
vervoeging van
geven

gaf

  1. enkelvoud verleden tijd van geven
    • Ik gaf. 
    • Jij gaf. 
    • Hij, zij, het gaf. 
     Deze wakkerheid gaf me een autonoom gevoel.[1]
     Vanaf 1971 was hij elf jaar landelijk politicus, waarvan negen jaar als leider van D66. Als het vleesgeworden redelijk alternatief gaf hij de partij na het vertrek van de flamboyante oprichter Hans van Mierlo een nieuw gezicht.[2]
  • gaf op
98 %van de Nederlanders;
94 %van de Vlamingen.[3]
  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  2. Bronlink geraadpleegd op 16 mei 2025 Weblink bron
    Dik Verkuil
    “Het vertrouwen van Jan Terlouw was zijn kracht en zijn zwakte” (16 mei 2025), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be