ga schuil
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ga schuil
Woordherkomst en -opbouw
Werkwoord
vervoeging van |
---|
schuilgaan |
ga (...) schuil
- eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schuilgaan
- Ik ga schuil.
- gebiedende wijs van schuilgaan
- Ga schuil!
- (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van schuilgaan
- Ga je schuil?