ga omhoog

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ga om·hoog
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
omhooggaan

ga omhoog

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omhooggaan
    • Ik ga omhoog. 
  2. gebiedende wijs van omhooggaan
    • Ga omhoog! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van omhooggaan
    • Ga je omhoog? 
  4. aanvoegende wijs van omhooggaan


Gangbaarheid