funchi

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

funchi
Uitspraak
Woordafbreking
  • fun·chi
Woordherkomst en -opbouw
  • Antiliaans-Nederlands [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord funchi
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de funchiv / m

  1. (voeding) pap van sorghummeel, in de Cariben veelal gemaakt van mais
  2. (voeding) gebakken maismeel
     In de keuken maakt ze funchi met aangelengde melkpoeder, maispap. Dat eet ze zeven dagen per week, elke dag van de maand, het hele jaar door. Heel soms heeft ze een beetje groente erbij, maar iets anders eet ze niet.[2]
     Met tot slaaf gemaakten uit Afrika die te werk werden gesteld op suikerrietplantages, reisden bananen, zwarte-ogenboontjes, okra en funchi (pap van sorghummeel, in de Cariben veelal gemaakt van mais) mee.[3]

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. funchi op website: Etymologiebank.nl
  2. Bronlink Weblink bron “Ouderen in Caribisch Nederland slaan maaltijden over door armoede” (07-10-2019), NOS
  3. Bronlink Weblink bron
    Charlotte Kleyn
    “De Caribische keuken: lekker, vriendelijk en veel comfortfood” (29-06-2020), Tubantia