fruitten aan

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fruit·ten aan
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
aanfruiten

fruitten (...) aan

  1. meervoud verleden tijd van aanfruiten
    • Wij fruitten aan. 
    • Jullie fruitten aan. 
    • Zij fruitten aan. 

Gangbaarheid