frigitt

Uit WikiWoordenboek

Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • fri·gitt
Woordherkomst en -opbouw
  • Voltooid deelwoord van het Noorse werkwoord frigi.

Bijvoeglijk naamwoord

frigitt

  1. vrijgegeven
    «I 1951 ble salg av lastebiler og busser frigitt.»
    In 1951 werd de verkoop van vrachtwagens en bussen vrijgegeven.
  2. vrijgelaten
    «Han var torsdag i Kabul for å bistå det frigitte gisselet Pål Refsdal.»
    Hij was donderdag in Kabul ten behoeve van de vrijgelaten gijzelaar Paul Refsdal bij te staan.
Verbuiging
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk) 		m/v enkelvoud frigitt mer frigitt mest frigitt
o enkelvoud frigitt
meervoud frigitte
bepaald
(zwak) 		enkelvoud en
meervoud 		frigitte mer frigitt mest frigitte

Werkwoord

frigitt

  1. gebiedende wijs van frigi


Nynorsk

Uitspraak
Woordafbreking
  • fri·gitt
Woordherkomst en -opbouw
  • Voltooid deelwoord van het Nynorske werkwoord frigi.

Bijvoeglijk naamwoord

frigitt

  1. vrijgegeven
  2. vrijgelaten
Verbuiging
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk) 		m/v enkelvoud frigitt meir frigitt mest frigitt
o enkelvoud frigitt
meervoud frigitte
bepaald
(zwak) 		enkelvoud en
meervoud 		frigitte meir frigitt mest frigitte

Werkwoord

frigitt

  1. gebiedende wijs van frigi
Overgenomen van "https://nl.wiktionary.org/w/index.php?title=frigitt&oldid=3289691"