Naar inhoud springen
Hoofdmenu
Hoofdmenu
naar zijbalk verplaatsen
verbergen
Navigatie
Hoofdpagina
Recente wijzigingen
Nieuwe pagina's
Willekeurig woord
Willekeurig NL woord
Woord begint met ...
Categorieën
Informatie
De kroeg
Hulp
Helpdesk
Zusterprojecten
Wikibooks
Wikinieuws
Wikipedia
Wikiquote
Wikisource
Commons
Zoeken
Zoeken
Financieel bijdragen
Uiterlijk
Account aanmaken
Aanmelden
Persoonlijke hulpmiddelen
Account aanmaken
Aanmelden
Pagina's voor uitgelogde redacteuren
meer lezen
Bijdragen
Overleg
Inhoud
naar zijbalk verplaatsen
verbergen
Top
1
Spaans
Inhoudsopgave omschakelen
fluctuar/vervoeging
Talen toevoegen
Pagina
Overleg
Nederlands
Lezen
Bewerken
Geschiedenis weergeven
Hulpmiddelen
Hulpmiddelen
naar zijbalk verplaatsen
verbergen
Handelingen
Lezen
Bewerken
Geschiedenis weergeven
Algemeen
Links naar deze pagina
Gerelateerde wijzigingen
Bestand uploaden
Speciale pagina's
Permanente koppeling
Paginagegevens
Deze pagina citeren
Verkorte URL verkrijgen
QR-code downloaden
Afdrukken/exporteren
Boek aanmaken
Downloaden als PDF
Afdrukversie
In andere projecten
Uiterlijk
naar zijbalk verplaatsen
verbergen
Uit WikiWoordenboek
Versie door
Kvdrgeus
(
overleg
|
bijdragen
)
op 4 okt 2013 om 11:14
(Nieuwe pagina aangemaakt met '=={{spa}}== {{-esverb-ar-u-ú-|fluct|}}')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Spaans
[
bewerken
]
vervoeging
van het Spaanse werkwoord
fluctuar
Infinitief
(
infinitivo
)
Voltooid deelwoord
(
participio
)
Onvoltooid deelwoord
(
gerundio
)
fluctuar
fluctuado
fluctuando
Aantonende wijs
(
modo indicativo
)
presente
pretérito imperfecto
pretérito indefinido
futuro
condicional
yo
fluctúo
yo
fluctuaba
yo
fluctué
yo
fluctuaré
yo
fluctuaría
tu
fluctúas
tu
fluctuabas
tu
fluctuaste
tu
fluctuarás
tu
fluctuarías
él, ella, usted
fluctúa
él, ella, usted
fluctuaba
él, ella, usted
fluctuó
él, ella, usted
fluctuará
él, ella, usted
fluctuaría
nosotros, nosotras
fluctuamos
nosotros, nosotras
fluctuábamos
nosotros, nosotras
fluctuamos
nosotros, nosotras
fluctuaremos
nosotros, nosotras
fluctuaríamos
vosotros, vosotras
fluctuáis
vosotros, vosotras
fluctuabais
vosotros, vosotras
fluctuasteis
vosotros, vosotras
fluctuaréis
vosotros, vosotras
fluctuaríais
ellos, ellas, ustedes
fluctúan
ellos, ellas, ustedes
fluctuaban
ellos, ellas, ustedes
fluctuaron
ellos, ellas, ustedes
fluctuarán
ellos, ellas, ustedes
fluctuarían
Aanvoegende wijs
(
modo subjuntivo
)
Gebiedende wijs
(
modo imperativo
)
presente
pretérito imperfecto
futuro
bevestigend
ontkennend
yo
fluctúe
yo
fluctuara
fluctuase
yo
fluctuare
—
—
—
tu
fluctúes
tu
fluctuaras
fluctuases
tu
fluctuares
tu
fluctúa
no
fluctúes
él, ella, usted
fluctúe
él, ella, usted
fluctuara
fluctuase
él, ella, usted
fluctuare
él, ella, usted
fluctúe
no
fluctúe
nosotros, nosotras
fluctuemos
nosotros, nosotras
fluctuáramos
fluctuásemos
nosotros, nosotras
fluctuáremos
nosotros, nosotras
fluctuemos
no
fluctuemos
vosotros, vosotras
fluctuéis
vosotros, vosotras
fluctuarais
fluctuaseis
vosotros, vosotras
fluctuareis
vosotros, vosotras
fluctuad
no
fluctuéis
ellos, ellas, ustedes
fluctúen
ellos, ellas, ustedes
fluctuaran
fluctuasen
ellos, ellas, ustedes
fluctuaren
ellos, ellas, ustedes
fluctúen
no
fluctúen
Categorie
:
Vervoeging in het Spaans