flenst
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- flenst
Werkwoord
vervoeging van |
---|
flensen |
flenst
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van flensen
- Jij flenst.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van flensen
- Hij flenst.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van flensen
- Flenst!
vervoeging van |
---|
flenzen |
flenst