flard
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- flard
Woordherkomst en -opbouw
- In de betekenis van ‘afgescheurde lap’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1600 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | flard | flarden |
verkleinwoord | flardje | flardjes |
Zelfstandig naamwoord
- een fragment vol gaten en reten
- De mist kondigde zich eerst aan als een enkele flard, maar al snel zat hij in het binnenste van een pingpongbal.
Gangbaarheid
- Het woord flard staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "flard" herkend door:
89 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen.[2] |