fitnesstracker

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

fitnesstracker
Uitspraak
Woordafbreking
  • fit·ness·trac·ker
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Engels
enkelvoud meervoud
naamwoord fitnesstracker fitnesstrackers
verkleinwoord fitnesstrackertje fitnesstrackertjes

Zelfstandig naamwoord

de fitnesstrackerm

  1. apparaat waarmee men de hartslag, het aantal afgelde stappen e.d. kan meten tijdens sporten
     AirPods Pro 2 met fitnesstrackers[1]
     Google kondigde eind vorig jaar aan Fitbit over te willen nemen voor 2,1 miljard dollar. Dat Amerikaanse bedrijf maakt onder meer fitnesstrackers en smartwatches waarmee niet alleen tijden van hardlooprondjes worden bijgehouden, maar bijvoorbeeld ook de hartslag.[2]


Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 24 mei 2023 Weblink bron “De grote Apple-aankondigingen van vanavond zijn al gelekt: dit gaat er gebeuren” (07-09-2022), Tubantia
  2. Bronlink geraadpleegd op 24 mei 2023 Weblink bron “Fitbit mag van Brussel meelopen met Google” (17 dec. 2020), De Telegraaf