fir
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Engels
Uitspraak
Woordherkomst en -opbouw
- (erfwoord) via Middelengels firre van Angelsaksisch fyrh
enkelvoud | meervoud |
---|---|
fir | firs |
Zelfstandig naamwoord
fir
- benaming voor naaldbomen uit de dennenfamilie Pinaceae
- (plantkunde) zilverspar, benaming voor naaldbomen uit het geslacht Abies
- (plantkunde) zilverspar, benaming voor naaldbomen uit het geslacht Abies
- (materiaalkunde) dennenhout