finissage
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- fi·nis·sa·ge
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Frans
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | finissage | finissages |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- feestelijke afsluiting van een tentoonstelling of expositie
- ▸ Zondagavond 23 september wordt de tentoonstelling tijdens een vesperviering afgesloten met een zogenoemde finissage.[1]
- ▸ Docent en oud-student Johannes Schwartz, die vertegenwoordigd is met drie fraaie foto's van de slagschaduwen van de protserige lijsten om Vincent van Goghs Zonnebloemen, werkt nog aan een kleurenkatern, Time Capsule XX, dat over drie weken wordt gepresenteerd, op de finissage van de tentoonstelling.[2]
Antoniemen
Gangbaarheid
- Het woord finissage staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Cantor Herman Mussche: Muziek als vleugje eeuwigheid in de rosse buurt” (22 september 2018), Reformatorisch Dagblad
- ↑ Weblink bron Jan Pieter Ekker“Gerrit Rietveld Academie jubileert: geweldig en gekmakend” (3 november 2018), Het Parool