fietsveertje
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: fietsveertje (hulp, bestand)
- IPA: / ˈfitsfercə / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈfits.vɪːr.cə/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈfits.veːr.tʲə/
Woordafbreking
- fiets·veer·tje
Zelfstandig naamwoord
het fietsveertje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord fietsveer