fieldwork

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • field·work
Woordherkomst en -opbouw
  • uit het Engels
enkelvoud meervoud
naamwoord fieldwork
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het fieldworko

  1. manier om sociologisch onderzoek te doen
    • Zoeken, zoeken en zo kwam ik uit op culturele antropologie in Amsterdam. Ik ben supernieuwsgierig, het lijkt me leuk om culturen te leren kennen die heel anders zijn dan wij. Bij fieldwork ga je bij een volk of een stam wonen zodat je een van hen wordt, maar nog wel als buitenstaander kunt observeren en begrijpen. De focus ligt in Amsterdam op visuele antropologie en ik hou erg van documentaires kijken. Na mijn studie wil ik documentairemaker worden of de journalistiek in.” [1] 
Synoniemen
Antoniemen

Gangbaarheid

62 % van de Nederlanders;
70 % van de Vlamingen.[2]

Verwijzingen