Naar inhoud springen

fatsoenlijkers

Uit WikiWoordenboek
Versie door Marcel coenders (overleg | bijdragen) op 25 okt 2016 om 00:34 (Nieuwe pagina aangemaakt met '{{=nld=}} {{-pron-}} *{{sound}}: {{audio|nl-{{pn}}.ogg|{{pn}}|nld}} {{-syll-}} *fat·soen·lij·kers {{-adjc-|0}} {{nl-adjc-form|fatsoenlijk|part|com}} {{bijv-1|Dat...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • fat·soen·lij·kers

Bijvoeglijk naamwoord

fatsoenlijkers

  1. partitief van de vergrotende trap van fatsoenlijk
    • Dat is iets fatsoenlijkers...