fatkini
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- fat·ki·ni
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Engels
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | fatkini | fatkini's |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de fatkini m
- zwemkleding voor vrouwen met overgewicht; foto van een vrouw met overgewicht die een bikini draagt
- ▸ Hoezo ben ik te dik voor een bikini? Dat vragen deze dames op Instagram zich af. Met de hashtag #fatkini plaatsen ze foto’s van zichzelf in vol ornaat.[1]
Gangbaarheid
- Het woord fatkini staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron “Vollere dames delen bikinifoto’s” (04 jan. 2016), De Telegraaf