fantaseert
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: fantaseert (hulp, bestand)
Woordafbreking
- fan·ta·seert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
fantaseren |
fantaseert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fantaseren
- Jij fantaseert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van fantaseren
- Hij fantaseert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van fantaseren
- Fantaseert!