fahren
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Duits
Uitspraak
IPA: /faːʀən/
Woordafbreking
- fah·ren
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
fahren |
fuhr |
gefahren |
Klasse 6 sterk | volledig |
Werkwoord
fahren