factum
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- fac·tum
Woordherkomst en -opbouw
- uit het Latijn [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | factum | facta |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- feit of handeling
Uitdrukkingen en gezegden
achteraf
- • De controle komt altijd markt post factum. Voor de regulator moet dat frustrerend zijn. Of hij wordt juridisch teruggefloten of hij kan zijn instrumenten alleen met vertraging inzetten.” [3]
- • ‘Maar als Theo zelf zegt dat hij wil komen, dan ben ik blij dat hij de kans krijgt om zich te verdedigen’, zei Bracke vanmorgen op Radio 1. ‘Het is uniek in de geschiedenis dat een staatssecretaris post factum moet uitleggen wat hij als staatssecretaris heeft gedaan. Als Theo er evenwel rotsvast van overtuigd is dat hij niets te verbergen heeft en beslist te komen, wie zou ik dan zijn om dat tegen te houden?’ [4]
Gangbaarheid
- Het woord factum staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "factum" herkend door:
74 % | van de Nederlanders; |
80 % | van de Vlamingen.[5] |
Verwijzingen
- ↑ factum op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC 1 september 2017 Turbulente zomer zet nieuwe norm
- ↑ De Standaard 24/01/2019 door bbd Bracke: ‘Grote vragen bij dossier-Kucam’
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be