extenderen
Uiterlijk
- Geluid: extenderen (hulp, bestand)
- ex·ten·de·ren
- afgeleid van het Latijnse 'extendere' (met het voorvoegsel ex-)
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
extenderen |
extendeerde |
geëxtendeerd |
zwak -d | volledig |
extenderen
- uitstrekken (vooral (medisch))
- Hierbij zullen de heupgewrichten plotseling flecteren en tegelijkertijd de kniegewrichten extenderen, waardoor de hamstrings te strak gespannen worden
- Het woord 'extenderen' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Voorvoegsel ex- in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Medisch in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal