exploit
Uiterlijk
- ex·ploit
- uit het Engels
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | exploit | exploits |
verkleinwoord |
de exploit m
- een fout in een computerprogramma dat het mogelijk maakt dat onbevoegden een computer kunnen misbruiken
- ▸ Het slachtoffer moet vervolgens nog wel een programmaatje uitvoeren. Geavanceerdere aanvallers kopen naast ransomware ook nog een exploit kit, waarmee ze een computer kunnen binnendringen zonder dat dat hoeft. "Eigenlijk heb je dat niet nodig", zegt onderzoeker Gevers. Veel slachtoffers voeren zo'n programmaatje namelijk gewoon uit, waarna de bestanden worden versleuteld.[1]
- ▸ Een ander scenario is dat de aanvallers kennis hadden van een beveiligingsbug in de software van de wifi-router of in wifi zelf, en daarmee konden inbreken. Daarbij kan het gaan om een zogenoemde zero day-exploit, een hackwapen dat nog niet eerder is waargenomen en daardoor heel effectief is.[2]
- Het woord exploit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron “Ransomware kopen? Fluitje van een cent” (Zondag 28 mei 2017, 16:25), NOS
- ↑ Weblink bron “Gebruikten Russische hackers een simpele truc of een krachtig wapen?” (Vrijdag 5 oktober 2018, 18:00), NOS