evoqueert
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- evo·queert
Werkwoord
vervoeging van |
---|
evoqueren |
evoqueert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van evoqueren
- Jij evoqueert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van evoqueren
- Hij evoqueert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van evoqueren
- Evoqueert!
Gangbaarheid
- Het woord evoqueert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.