espen

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • es·pen
Woordherkomst en -opbouw
  • bn: afgeleid van  esp zn  met het achtervoegsel -en
  • zn:  esp zn  met de uitgang -en
stellend
onverbogen (alleen
attributief)
verbogen -

Bijvoeglijk naamwoord

espen

  1. (materiaalkunde) gemaakt uit hout afkomstig van de ratelpopulier

Zelfstandig naamwoord

de espenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord esp

Gangbaarheid

73 % van de Nederlanders;
68 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be