Naar inhoud springen

ergert

Uit WikiWoordenboek
  • er·gert
vervoeging van
ergeren

ergert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ergeren
    • Jij ergert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van ergeren
    • Hij ergert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van ergeren
    • Ergert!