entert
Uiterlijk
- en·tert
vervoeging van |
---|
enteren |
entert
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van enteren
- Jij entert.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van enteren
- Hij entert.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van enteren
- Entert!
- Het woord entert staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.