Naar inhoud springen

embarkeert

Uit WikiWoordenboek
  • em·bar·keert
vervoeging van
embarkeren

embarkeert

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van embarkeren
    • Jij embarkeert. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van embarkeren
    • Hij embarkeert. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van embarkeren
    • Embarkeert!