embarcarse
Uiterlijk
- em·bar·car·se
stamtijd | ||
---|---|---|
infinitief | verleden tijd |
voltooid deelwoord |
embarcarse |
embarcaba |
embarcado |
volledig |
embarcarse
- wederkerend zich inschepen, aanmonsteren, aan boord gaan
- deelnemen aan
- embarcarse in: Diccionario de la lengua española, 23e druk, op website: Real academia española