eenhonderdzesentwintig
Nederlands
0 | 1 | 2 | 6 |
eenhonderdzesentwintig,
op een abacus
op een abacus
Uitspraak
- Geluid: eenhonderdzesentwintig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌenhɔndərtˈsɛsənˌtwɪntəx / (7 lettergrepen)
Woordafbreking
- een·hon·derd·zes·en·twin·tig
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van eenhonderd ht en zesentwintig ht
Hoofdtelwoord
eenhonderdzesentwintig
- "126", langere vorm van honderdzesentwintig, honderd plus zesentwintig (soms gebruikt om verwarring met een ander honderdtal te voorkomen of in plechtige formuleringen)
- om een hoeveelheid aan te geven
- De inzameling heeft eenhonderdzesentwintig euro en vijftig cent opgebracht.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- De hoofdprijs van de verloting valt op lot eenhonderdzesentwintig.
- om een hoeveelheid aan te geven
Synoniemen
- honderdzesentwintig (deze kortere vorm is de gangbare vorm)
Afgeleide begrippen
rangtelwoord
hooftelwoord samengesteld met "eenhonderdzesentwintig" ht als linkerdeel
Gangbaarheid
- Het woord 'eenhonderdzesentwintig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.