eenhonderdvierenzestig
Nederlands
0 | 1 | 6 | 4 |
eenhonderdvierenzestig,
op een abacus
op een abacus
Uitspraak
- Geluid: eenhonderdvierenzestig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌenhɔndərtˈfirənˌsɛstəx / (7 lettergrepen)
Woordafbreking
- een·hon·derd·vier·en·zes·tig
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van eenhonderd ht en vierenzestig ht
Hoofdtelwoord
eenhonderdvierenzestig
- "164", langere vorm van honderdvierenzestig, honderd plus vierenzestig (soms gebruikt om verwarring met een ander honderdtal te voorkomen of in plechtige formuleringen)
- om een hoeveelheid aan te geven
- De inzameling heeft eenhonderdvierenzestig euro en vijftig cent opgebracht.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- De hoofdprijs van de verloting valt op lot eenhonderdvierenzestig.
- om een hoeveelheid aan te geven
Synoniemen
- honderdvierenzestig (deze kortere vorm is de gangbare vorm)
Afgeleide begrippen
rangtelwoord
hooftelwoord samengesteld met "eenhonderdvierenzestig" ht als linkerdeel
Gangbaarheid
- Het woord 'eenhonderdvierenzestig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.