Naar inhoud springen

eenhonderdenzevenentwintig

Uit WikiWoordenboek
0 1 2 7
eenhonderdenzevenentwintig,
op een abacus
  • een·hon·derd·en·ze·ven·en·twin·tig

eenhonderdenzevenentwintig

  1. "127", langere vorm van honderdzevenentwintig, honderd plus zevenentwintig (soms gebruikt om verwarring met een ander honderdtal te voorkomen of in plechtige formuleringen)
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De inzameling heeft eenhonderdenzevenentwintig euro en vijftig cent opgebracht. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot eenhonderdenzevenentwintig. 

hooftelwoord samengesteld met "eenhonderdenzevenentwintig" ht als linkerdeel

  1. Bronlink geraadpleegd op 1 mei 2021 Weblink bron
    W. Haeseryn e.a.
    “7.2.1.1 Bepaalde hoofdtelwoorden, onder 2” (januari 2019) op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
  2. Bronlink geraadpleegd op 1 mei 2021 Weblink bron “Tweeduizend zes / tweeduizend en zes” op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)