eenhonderdeenentachtig
Uiterlijk
0 | 1 | 8 | 1 |
eenhonderdeenentachtig,
op een abacus
op een abacus
- Geluid: eenhonderdeenentachtig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌenhɔndərtˈenənˌtɑxtəx / (7 lettergrepen)
- een·hon·derd·een·en·tach·tig
- samenstelling van eenhonderd ht en eenentachtig ht
eenhonderdeenentachtig
- "181", langere vorm van honderdeenentachtig, honderd plus eenentachtig (soms gebruikt om verwarring met een ander honderdtal te voorkomen of in plechtige formuleringen)
- om een hoeveelheid aan te geven
- De inzameling heeft eenhonderdeenentachtig euro en vijftig cent opgebracht.
- om een plaats in een volgorde aan te geven
- De hoofdprijs van de verloting valt op lot eenhonderdeenentachtig.
- om een hoeveelheid aan te geven
- honderdeenentachtig (deze kortere vorm is de gangbare vorm)
rangtelwoord
hooftelwoord samengesteld met "eenhonderdeenentachtig" ht als linkerdeel
- Het woord 'eenhonderdeenentachtig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.