duwden door

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • duw·den door
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
doorduwen

duwden (...) door

  1. meervoud verleden tijd van doorduwen
    • Wij duwden door. 
    • Jullie duwden door. 
    • Zij duwden door. 

Gangbaarheid