durende
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- du·ren·de
Bijvoeglijk naamwoord
durende
- verbogen vorm van de stellende trap van durend
Werkwoord
vervoeging van: | duren |
durende
- verbogen vorm van durend, het onvoltooid deelwoord van duren
durende
vervoeging van: | duren |
verbogen vorm: | durendee |
durende