druiperig
Uiterlijk
- drui·pe·rig
- Naamwoord van handeling van druipen met het achtervoegsel -erig
| stellend | vergrotend | overtreffend | |
|---|---|---|---|
| onverbogen | druiperig | druiperiger | druiperigst |
| verbogen | druiperige | druiperigere | druiperigste |
| partitief | druiperigs | druiperigers | - |
druiperig
- bedekt met een vloeistof die druppels vormt
- (figuurlijk) zeer sentimenteel
- Het woord 'druiperig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "druiperig" herkend door:
| 95 % | van de Nederlanders; |
| 96 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 9
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -erig in het Nederlands
- Bijvoeglijk naamwoord in het Nederlands
- Figuurlijk in het Nederlands
- Niet in Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 95 %
- Prevalentie Vlaanderen 96 %