drijf handel

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • drijf han·del
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
handeldrijven

drijf handel

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van handeldrijven
    • Ik drijf handel. 
  2. gebiedende wijs van handeldrijven
    • Drijf handel! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van handeldrijven
    • Drijf je handel? 


Gangbaarheid