draaide proef

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • draai·de proef
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
proefdraaien

draaide proef

  1. enkelvoud verleden tijd van proefdraaien
    • Ik draaide proef. 
    • Jij draaide proef. 
    • Hij, zij, het draaide proef. 


Gangbaarheid