doorleest
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- door·leest
Werkwoord
vervoeging van |
---|
doorlezen |
doorleest
- tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorlezen
- Jij doorleest.
- derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorlezen
- Hij doorleest.
- (verouderd) gebiedende wijs meervoud van doorlezen
- Doorleest!
Verwante begrippen
Werkwoord
vervoeging van |
---|
doorlezen |
doorleest