Naar inhoud springen

doorgroef

Uit WikiWoordenboek
  • door·groef
vervoeging van
doorgraven

doorgroef

  1. enkelvoud verleden tijd van doorgraven
    • Ik doorgroef. 
    • Jij doorgroef. 
    • Hij, zij, het doorgroef. 
vervoeging van
doorgraven

doorgroef

  1. (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van doorgraven
    • ... dat ik doorgroef. 
    • ... dat jij doorgroef. 
    • ... dat hij, zij, het doorgroef. 
vervoeging van
doorgroeven

doorgroef

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorgroeven
    • Ik doorgroef. 
  2. gebiedende wijs van doorgroeven
    • Doorgroef! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van doorgroeven
    • Doorgroef je?