Naar inhoud springen

doorgraven

Uit WikiWoordenboek

(klemtoonhomogram)

  • door·gra·ven
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
doorgraven
doorgroef
doorgraven
klasse 6 volledig [A]

[A] doorgráven

  1. overgankelijk door te graven in tweeën snijden, gravend gaan door
    • De dijk is nu doorgraven en het water stroomt er vrijelijk doorheen. 
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
doorgraven
groef door
doorgegraven
klasse 6 volledig [B]

[B] dóórgraven

  1. inergatief voortgaan met graven.
  2. overgankelijk door te graven in tweeën snijden.
    • Die dijk is al doorgegraven. 
  3. voltooid deelwoord van doorgraven