donkere

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  donkere    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• don·ke·re

Woordherkomst en -opbouw

• donker met de uitgang -e

Bijvoeglijk naamwoord

donkere

1. verbogen vorm van de stellende trap van donker

   ▸ De verdwaasden, de gekkies, de mensen die van een ravijnrand zijn gelazerd en vallen, vallen, vallen, hun eigen donkere diepten in.

   ▸ ' Bibi glipt langs me heen, mijn opmerking negerend, en verdwijnt met haar spullen de donkere gang in.

Werkwoord

vervoeging van
donkeren

donkere

1. aanvoegende wijs van donkeren

Gangbaarheid

• Het woord donkere staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.