diva

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Maria Callas als een ware diva, tijdens haar afscheidstournee in het Concertgebouw in Amsterdam in 1973
Uitspraak
Woordafbreking
  • di·va
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Italiaans, in de betekenis van ‘gevierde actrice’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1914 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord diva diva's
verkleinwoord divaatje divaatjes

Zelfstandig naamwoord

de divav

  1. een gevierde zangeres of actrice, een grootheid in het vakgebied

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen