districtleider

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • dis·trict·lei·der
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord districtleider districtleiders
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de districtleiderm

  1. (politiek) een bestuurder van een district
     De petitie is ondertekend door lokale Afghanen en de districtleider van Chora, een gebied vlakbij Kamp Holland.[1]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 12 december 2022 Weblink bron “Afghaanse petitie tegen vertrek Nederlanders” (Donderdag 25 maart 2010, 17:23), NOS