directe
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- di·rec·te
Bijvoeglijk naamwoord
directe
- verbogen vorm van de stellende trap van direct
- ▸ 'Zijn er getuigen? ' wilde hij weten. 'Geen directe.[1]
Gangbaarheid
- Het woord directe staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "directe" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ “ (2006), A. W. Bruna Uitgevers B. V. , Utrecht, ISBN 90-229-9182-2
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be