dilla

Uit WikiWoordenboek

Noors

Woordafbreking
  • dil·la
Naar frequentie 34828
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud dilla
o enkelvoud dilla
meervoud dilla
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
dilla

Bijvoeglijk naamwoord

dilla

  1. als flauwe kul verkocht

Werkwoord

dilla

  1. verleden tijd van dille
  2. voltooid deelwoord van dille
Schrijfwijzen

Zelfstandig naamwoord

dilla, v

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van dille
Schrijfwijzen


Nynorsk

Woordafbreking
  • dil·la
stellend vergrotend overtreffend
onbepaald
(sterk)
m/v enkelvoud dilla
o enkelvoud dilla
meervoud dilla
bepaald
(zwak)
enkelvoud en
meervoud
dilla

Bijvoeglijk naamwoord

dilla

  1. als flauwe kul verkocht

Werkwoord

dilla

  1. onbepaalde wijs, tweede vorm naast dille, zie aldaar

dilla

  1. verleden tijd van dilla
  2. voltooid deelwoord van dilla

dilla

  1. gebiedende wijs van dilla
Schrijfwijzen

Werkwoord

dilla

  1. verleden tijd van dille
  2. voltooid deelwoord van dille

dilla

  1. gebiedende wijs van dille
Schrijfwijzen

Zelfstandig naamwoord

dilla,

  1. bepaalde vorm nominatief meervoud van dill

Zelfstandig naamwoord

dilla, v

  1. bepaalde vorm nominatief enkelvoud van dill